dinsdag 2 juli 2019

Mot om een mot...


Ik ben geen held met beestjes….echt niet. Maar dan ook serieus écht niet. Als de kinderen mij roepen, omdat er een spin op hun kamer zit, verschiet ik al van kleur. Een klein (lees: microscopisch) exemplaar pak ik nog, maar dan wel met een vierdubbele laag papier. En dan ondertussen heel stoer doen tegen de kinderen … ze moesten eens weten. Worden de beestjes echter groter dan een dubbeltje (inclusief poten…), dan schakel ik hulptroepen in. Zo heb ik al een paar keer de buurman opgehaald toen Ronny niet thuis was. Maakt me niets uit dat hij me uitlacht, zolang hij de beestjes maar netjes verwijderd. Dat doet hij gelukkig…

Wat ik nog erger vind dan spinnen, zijn vliegende beestjes. Muggen en vliegen zijn ronduit irritant, maar dat kan ik aan. Wespen, bijen en hommels wordt al minder, maar helemaal gek word ik van motten. Van die vieze, bruine, vlinderachtige beestjes die op de meest onvoorspelbare manieren door de ruimte fladderen. Juist die onvoorspelbaarheid maakt ze eng. Doodeng!
Waar ze vandaan komen weet niemand, maar de afgelopen tijd zie ik ze steeds vaker in ons huis. Meestal zijn er superhelden in de buurt die zo’n griezel weghalen, maar er zijn ook momenten dat je er alleen voor staat… Bijvoorbeeld vlak voordat je naar bed gaat en de rest van de wereld al slaapt. Net op dat moment zie je zo’n mot zitten, vlak naast de slaapkamerdeur en weet je dat je niet zult slapen, voordat je zeker weet dat het vernietigd is. Dat overkwam me afgelopen week. Ronny sliep al en omdat hij zijn nachtrust na een paar dagen en nachten met bijzonder weinig slaap wel kon gebruiken wilde ik hem niet wakker maken. Had ik dat maar wel gedaan….

Goed, dit is wat er gebeurde. Ik stond boven aan de trap en staarde naar die afgrijselijke mot vlak bij onze slaapkamerdeur. Hoe moest ik dit aanpakken? Omdraaien en op de bank gaan slapen? Ik heb het serieus overwogen, maar vond dat toch te ver gaan. Dan maar de elektrische vliegenmepper van beneden halen en zelf de held uithangen. Met bonzend hart (ik overdrijf niet!) liep ik even later de trap weer op. Zat dat beest niet meer op zijn plek! Ik dacht dat ik gek werd! Angstig keek ik om mij heen, totdat ik hem zag fladderen. Paniek, peeuw! Maar ik raapte al mijn moed bij elkaar en hield de mepper in de aanslag, klaar om aan te vallen. Het beest fladderde in mijn richting en ik haalde uit. Raak! Maar vervolgens was ik de mot weer kwijt. Was hij dood? Ik stond boven aan de trap en vroeg me opnieuw af wat ik nu moest doen. Totdat dat stomme beest ineens vanuit het niets op mij af kwam gefladderd en tegen me aan vloog. Compleet in shock gilde ik keihard en liet de vliegenmepper met een smak van de trap vallen. Een hoop kabaal, kinderen wakker, beest weer weg, het hele circus compleet. Kinderen getroost, die waren gelukkig nog zo slaapdronken dat ze gelijk weer gingen liggen en daarna moest ik zelf even bijkomen.

Hoe Ronny reageerde? Zoals ik al zei, had ik hem maar eerder wakker gemaakt. Dan had hij wat gemopperd, maar nu kreeg ik de volgende reactie: ‘Jezus, wat is dit voor herrie! Doe toch eens normaal man!’ Dus ik reageerde gelijk met verontschuldigingen… Ronny kwam met een zucht uit bed, greep de vliegenmepper die ik alweer had opgehaald, mepte de mot in één keer dood en gaf me de mepper met een dreigende blik terug. Hij stapte terug in bed en viel gelijk weer in slaap! Held! Of niet? Want even later dacht ik, jongen, als dit jouw reactie is op het moment dat ik volledig in paniek sta te gillen, dan gaat er iets niet goed! Toch? Nou, lekker dan.

Later bleek dat Ronny al een tijdje geïrriteerd half wakker had gelegen, omdat ik me toch niet zo stil had gedragen tijdens de mottenjacht als ik zelf wel dacht. Dus zijn reactie was op zich wel logisch. Ik heb in elk geval driedubbel gecheckt of de mot écht uitgeschakeld was en heb daarna in bed nog heel erg dubbel gelegen om de hele situatie. Vond Ronny ook niet grappig…. Sorry schat, jij bent ook getrouwd met een held, maar wel één op sokken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten